Feeds:
Berichten
Reacties

Posts Tagged ‘spiritualiteit’

Rond Imbolc werd het fijne, voedende gesprek dat ik had met Ron Bosmans voor de podcast Alles van Waarde de ether in gestuurd. Ron gaf me de ruimte om te reflecteren op wat voor mij van waarde is en we kwamen al snel uit bij mijn grootste passies: religie en religiegeschiedenis bestuderen en doceren met het hoofd, en het Paganisme beleven vanuit het hart. Hoe ik ratio en gevoel verbind kun je horen via je favoriete streaming service.

Yentl Schattevoet vertelt vol passie over een aantal zaken die in haar werk en ook in haar privéleven van waarde zijn. Zij zoekt daarbij eigenlijk voortdurend ook naar de verbinding tussen ratio en gevoel. Laat je inspireren door deze bevlogen jonge vrouw!

Beluister de aflevering

Luister op Spotify

Luister op YouTube

Read Full Post »

Nu ik afgestudeerd ben heb ik besloten om de werkstukken die ik tijdens mijn studie Religiewetenschappen geschreven heb te publiceren op deze weblog. Ik heb de opdrachten, papers, essays, recensies, besprekingen en presentaties altijd met veel plezier gemaakt, en ik vind het leuk om deze met de wereld te delen. Het zou immers zonde zijn als deze documenten langzaam zouden vergaan op mijn harde schijf. Daarom hierbij een blogreeks met vandaag mijn eindwerkstuk voor de cursus Hedendaagse Cultuur en Spiritualiteit.

 

Danse de la Terre

 

Inleiding

Het was in 2005 toen ik voor het eerst kennis maakte met de dark ritual gothic band Rosa Crux uit het Franse Rouen. Hun optreden ging gepaard met een indrukwekkende show, inclusief kerkklokken, een automatisch spelend drumstel (BAM), vlaggendragers, en de ‘Danse de la Terre.’ Dit laatste staat centraal in de videoclip van hun nummer OMNES QVI DESCENDVNT.[1] In dit essay beargumenteer ik dat in het lichaam bij de ‘Danse de la Terre’ een vorm van spiritualiteit ontdekt kan worden.

Het lichaam wordt vanuit de praxeologie geanalyseerd, namelijk met het uitgangspunt dat het lichaam een actor is die los van het subject staat. De handelingen van het lichaam kunnen betekenis geven en verlenen binnen sociale structuren.[2] Spiritualiteit wordt benaderd vanuit ervaringsgericht onderzoek met behulp van de definitie van Sandra Schneider. Volgens haar is spiritualiteit “de ervaring bewust betrokken te zijn in het project van levensintegratie door zelftranscendentie in de richting van de uiteindelijke waarde zoals men die opvat.”[3] De betekenissen die uit de analyse naar voren komen kunnen zich richten op wat Schneider ‘uiteindelijke waarde’ noemt, en Toine van den Hoogen omschrijft als het ‘verlangen naar God.’ Dit kan processen van persoonlijke en sociale transformatie teweegbrengen, waardoor in het lichaam een vorm van spiritualiteit ontdekt kan worden.[4]

Om hiertoe te komen beschrijf ik eerst de casus. Vervolgens analyseer ik het lichaam als betekenisveld, en in sectie drie bespreek ik disciplinering, transformatie en deconstructie van het lichaam. In sectie vier ga ik dieper in op transformatie aan de hand van de theorie van Jon P. Mitchell. De omvorming van betekenissen van symbolen en ultieme betekenis vormt de laatste sectie, en dan volgt de conclusie betreft spiritualiteit die door de aardedans in het lichaam uitgedrukt wordt.

 

1.       De casus: ‘Danse de la Terre’

In de videoclip van Rosa Crux zien we een bewolkte nachtelijke lucht en een volle maan, met linksboven een hap eruit. Eronder staat: “ROSA†CRVX, OMNES QVI DESCENDVNT, Rosa-Crvx Production 2002.” Vervolgens is er een wassende maan en de liedtekst in het originele Latijn en vertaald in het Frans:

NON MORTVI SED DATA SOMNI OMNES QVI DESCENDVNT LAVDABVNT TE PASSIM SPARSA CVSTOS NE PEREANT NON MORTVI SED DATA SOMNI OMNES QVI DESCENDVNT LAVDABVNT TE … Non, pas morts, mais endormis. Ces ossements dispersés en tous lieux ne périront pas, ne sont pas morts, mais endormis. Tous ceux qui vont descendre, te loueront…[5]

De muziek begint en er is een processie te zien in dezelfde donkere nacht door een leeg, rotsachtig landschap. De personen dragen zwarte kleding en hoofdbedekking, en voor hun mond zit een vierkantig, breed uitlopend masker. Ze dragen banieren, fakkels of muziekinstrumenten (slaginstrumenten en blaasinstrumenten). Er zijn drie vlaggen dragende ruiters op paarden. De paarden dragen een donker masker met daarop het logo van Rosa Crux: een schedel met gekruiste botten. Dit logo is ook weggeschoren op de bovenbenen van de paarden. Er is een maansverduistering en de processie treedt een grot binnen waar een naakte, met aarde bedekte man en vrouw knielend binnen een cirkel op een houten draagvlak zitten. In hun mond zit een knot met aarde bedekte draden die reiken tot hun bovenbenen, en vóór hen staan twee kommen gevuld met aarde. Ze hebben hun ogen gesloten en ademen hevig. De processie loopt om de cirkel heen in de richting van de zon en de fakkeldragers zetten de cirkel in vuur en vlam. Op het moment van de maansverduistering komen de man en vrouw in bewegen en voeren almaar herhalend de ‘Danse de la Terre’ uit. Ze bewegen synchroon in snelle, nauwkeurige bewegingen waarbij ze naar voren vallen, met hun handen aarde uit de kommen nemen en dit over hun lichaam gooien in een bepaalde volgorde: aarde-hals-schouders, aarde-hals-heup-aarde, aarde-heup-heup-aarde, aarde-hoofd-hoofd-aarde.[6] Zes personen van de processie lopen de cirkel binnen en nemen het draagvlak op waar de man en vrouw op zitten, terwijl de dans doorgaat. De processie verlaat de grot en komt in het woeste landschap terecht. Het is volle maan.

 

2.      Het lichaam als betekenisveld

Om dit tafereel te analyseren in het licht van spiritualiteit richt ik mij eerst tot het lichaam als betekenisveld, omdat hierin vormen van spiritualiteit ontdekt kunnen worden. Mogelijke betekenissen van de casus worden gegenereerd door de interactie tussen de waarnemer en het waargenomene, respectievelijk de onderzoeker en het beeld. Door deze wisselwerking ontstaan horizonnen van betekenis voor de waarnemer die niet per definitie ook de intenties van Rosa Crux zijn. Deze persoonlijke horizonnen kunnen zingeving en waarde verlenen die betrekking hebben op het betekenisveld. Wanneer een horizon zich uitbreidt en transcendeert over het leven als geheel kan dit betekenis en zingeving geven aan het bestaan. Dit impliceert spiritualiteit en hier kom ik later op terug.[7]

Om betekenisvelden van het lichaam bij de aardedans te achterhalen kijken we naar de externe en interne horizon. De externe horizon omvat de sociale, historische en culturele context van de performance die spirituele betekenis verleent aan de dans. Dit kan een gedeelde culturele horizon zijn. We kunnen twee externe horizonnen ontdekken in de videoclip. Ten eerste de context van de fantasy wereld van de personen die de processie en het ritueel uitvoeren. Zij geven en verlenen betekenis aan de dans, maar omdat het fictieve personen betreft is het onmogelijk hun externe horizon te kennen. Bij de tweede context wordt betekenis gegenereerd door de interactie tussen de videoclip en de waarnemer ervan. Deze horizon is onderdeel van de culturele traditie waarin Rosa Crux staat.[8] De externe horizon van de dark ritual gothic band is het Westerse esoterische, occulte milieu. Volgens Wouter Hanegraaff is het occultisme een negentiende-eeuwse ontwikkeling van het esotericisme doordat het geconfronteerd werd met een door de Verlichting onttoverde wereld.[9] Christopher Partridge stelt dat deze wereld is her-betoverend en noemt dit hedendaagse Westerse alternatieve religieuze milieu waaraan men ideeën, betekenis en waarde kan ontlenen ‘occulture.’[10] Het magische wereldbeeld van occulture komt tot uiting in popular culture en gezien de obscure Latijnse teksten en thematiek die Rosa Crux gebruikt, kan gezegd worden dat zij aan occulture ontlenen en daarom affiniteit hebben met de Westerse esoterische tradities.[11] Ook mijn eigen betekenis- en zingeving is ingebed in deze context, en daarom zal het esotericisme de externe horizon voor het achterhalen van het betekenisveld van het lichaam zijn.

Nu we de externe horizon kennen, gaan we de interne horizon analyseren door naar de architectuur, afzonderlijke elementen en handelingen van het lichaam te kijken. Het ritueel van de aardedans is gesitueerd in een grot ten tijde van een maansverduistering. De naakte, met aarde bedekte lichamen van één vrouw en één man staan centraal. Ze hebben een emotieloze gezichtsuitdrukking, ademen hevig en dragen een knot draden in hun mond. Ze zitten knielend in een brandende cirkel die wordt omringd door een processie van donker geklede ruiters en muziek-makende personen. Het lichaamsschema impliceert een dans door het ritmisch en synchroon bewegen van de twee lichamen.[12] De aarde die voor hen ligt wordt naar het lichaam gegooid—van benen tot borst en hoofd, van links naar rechts—terwijl het hoofdhaar en de draden die uit de mond komen meebewegen met het verstuiven van de aarde. De externe horizon geeft toegang tot de betekenis van de interne horizon. Hanegraaff haalt Antoine Faivre aan die vier intrinsieke karakteristieken van het esotericisme benoemt. Ten eerste is er bij het esotericisme sprake van symbolische of letterlijke niet-causale correspondenties tussen zichtbare en onzichtbare zaken in het universum, tussen de waarneembare kosmos en hemelse kosmos, en tussen dingen. Volgens Faivre wordt er in magische rituelen een verband gelegd tussen de natuurlijke wereld en het hemelse of astronomische—de microkosmos en macrokosmos—waardoor het materiele en spirituele verenigd worden. In het ritueel van de aardedans corresponderen de handelende lichamen beneden in de grot met de gelijktijdige maansverduistering boven in de hemel. Dit komt ook naar voren in de correspondentie tussen de cirkel van vuur waarin de dans zich afspeelt en de ring van licht door de maansverduistering.[13] Het mannen- en vrouwenlichaam corresponderen met elkaar door de bewegingen synchroon uit te voeren. Bij het tweede karakteristiek wordt de natuur als levend ervaren in een panentheïstische zin. In de casus speelt de natuurlijke, materiele wereld een significante rol, omdat de naakte met aarde bedekte lichamen in de ‘Danse de la Terre’ centraal staan. Het lichaam wordt als het ware één met de aarde doordat het ermee bedekt is, wat goddelijke immanentie zou kunnen suggereren. Verder vindt het ritueel plaats in een grot tijdens een maansverduistering. Ten derde speelt bij het esotericisme de verbeelding en bemiddeling tussen hogere en lagere wereld(en) een rol, bijvoorbeeld door rituelen, symbolen, of wezens zoals engelen. In de rituele dans wordt een relatie gelegd tussen de gesloten grot beneden, en de maan in de open lucht boven. Het uitvoeren van de aardedans kan gezien worden als de bemiddeling die beide sferen bijeenbrengt. Volgens Faivre kan de verbeelding ingezet worden om toegang te krijgen tot intermediaire sferen tussen materie en geest door het innerlijke proces of mystieke pad wat leidt tot de ervaring van transmutatie waardoor men gnosis verkrijgt. Door eenwording van lichaam een aarde vindt transmutatie plaats. De in trance brengende aardedans door het lichaam is het ritueel dat het materiele onderaardse—de grot—en het spirituele bovenaardse—de maansverduistering—bijeenbrengt. Het lichaam als actor zou een weg tot gnosis kunnen zijn, zoals Hanegraaff verklaart: “by using natural phenomena as a springboard for gaining insight into their eternal archetypes.”[14]

 

3.      Disciplinering, transformatie en deconstructie van het lichaam

Jean Baudrillard spreekt over de ‘scène van het lichaam.’ Deze scène wordt afgebakend door wat de heersende cultuur als ‘normaal’ bestempeld. Dit betekent dat het sensorische, beweeglijke lichaam op verschillende manieren gedisciplineerd kan worden, bijvoorbeeld door bepaalde bewegingen te maken of een bepaalde houding aan te nemen. Het lichaamsschema duidt op een bepaalde activiteit en is als zodoende binnen een cultuur herkenbaar doordat het gepaard gaat met een betekenisveld. De culturele codes die de ‘Danse de la Terre’ door middel van het handelende lichaam communiceert suggereren bewegingen die herkent kunnen worden als een dans: de aardedans. De uitvoering ervan impliceert strenge disciplinering, omdat de bewegingen van de twee lichamen gestructureerd en synchroon zijn. De knot draden in de mond—en waarschijnlijk ook de opstuivende aarde—bemoeilijkt een normale ademhaling, echter is een hevige synchrone borstademhaling onderdeel van de performance. Dit, en de naakte maar met aarde bedekte lichamen, overschrijden de grenzen van de normale lichaamsscène. Volgens Baudrillard kan het metaforische lichaam in een religieuze rite dan enerzijds getransformeerd worden tot ceremonieel lichaam, en anderzijds tot een obsceen lichaam.[15]

Metamorphosis in mythen, riten en theater is transformatie van het betekenisveld van het normale lichaam tot een ceremonieel lichaam dat in geestvervoering verlokkelijk wordt.[16] In de vorige sectie besprak ik het belang van transmutatie binnen de externe horizon van het esoterische milieu. Gekeken naar de lichamen bij de ‘Danse de la Terre’ zien we dat zij in het ritueel één worden met de aarde doordat ze ermee bedekt zijn en het over zich heen verstuiven. De aarde krijgt als het ware een lichaam en het lichaam is de aarde, waardoor het goddelijke als immanent in de natuur ervaren kan worden. In de dans wordt het lichaam in geestverroering gebracht door hevige bewegingen te maken die leiden tot fysiek contact met de aarde. Deze trance inducerende aardedans geeft toegang tot het spirituele door de correspondentie met de mysterieuze maansverduistering.

Metastasis is de term die Baudrillard gebruikt voor deconstructieve praktijken die leiden tot het obscene lichaam. Afbraak van het lichaam is het gevolg van het wegvallen van structuur in de liminele fase, waardoor zingeving kan ontstaan.[17] Camille Paglia associeert deze destructie met het chtonische: het aardse en mysterieuze onderaardse, het onderbewuste, de duisternis en chaos, maar ook seksualiteit en creativiteit. Friedrich Nietzsche noemt dit het dionysische, dat tegenover het transcendente, bewuste, lichte, geordende en toegankelijke apollinische wordt geplaatst. In de videoclip kan de sfeer als chtonisch worden beschouwd. De dans door de met aarde bedekte lichamen is de belichaming van het chtonische en middelaar tussen lagere en hogere sferen—respectievelijk de grot en de maansverduistering—wat leidt tot gnosis. Ook de liedtekst lijkt te suggereren dat het chtonische verheft: “omnes qui descendunt laudabunt te” (Lat. allen die afdalen, zij geprezen).[18] Tegelijkertijd ontmoet het chtonische het apollinische in de dans van de lichamen, omdat de synchroon bewegende lichamen orde en structuur suggereren. Door deze clash van chtonisch en apollinisch ontstaat een wrede komedie, aldus Paglia.[19] In de casus komt dit tot uiting in een ontmoeting tussen leven en dood.[20] De adem des levens wordt belemmerd door de knot draden die uit de mond komt, en de maansverduistering suggereert een tijdelijke overwinning van het chtonische. Bij een maansverduistering staan maan, aarde en zon namelijk op één lijn, met de aarde in het midden. De aarde belet dat de zon de maan kan verlichten, waardoor de macht van de aarde over de zon wordt gesuggereerd—het chtonische boven het apollinische. De ‘Danse de la Terre,’ die op het liminele moment van de maansverduistering door de met aarde bedekte lichamen geritualiseerd wordt uitgevoerd, symboliseert deze tijdelijke victorie, wat ook in de liedtekst tot uiting komt: “non mortui sed data somni” (Lat. niet dood, maar in slaap).[21]

 

4.      Transformatie van lichamen, voorwerpen en ruimte

Vanuit material culture studies kan de theorie van Jon P. Mitchell over transformatie van lichamen, voorwerpen en ruimte Baudrillard’s aspect van het ceremoniële lichaam nader toelichten.[22] Mitchell analyseert performances met het uitgangspunt dat materiele objecten in een ritueel getransformeerd kunnen worden tot subjecten die handelen als actors. Het ritueel waarin het sacrale centraal staat heeft daarbij een doorwerking op de profane werkelijkheid.[23]

In de casus is transformatie van het lichaam, voorwerpen en ruimte van belang. Volgens Mitchell verandert het betekenisveld van het lichaam in een rituele performance doordat het een subject of actor is dat een sociaal proces belichaamt, maar ook dat het als materieel object transformeert. Volgens Marcel Mauss transcendeert habitus gewoonten en gebruikten en omvat het “the way in which from society to society men know how to use their bodies.”[24] In een initiatieritueel wordt het subject zo getransformeerd dat het weet hoe het dient te handelen in een sociale context. Maurice Bloch voegt daaraan toe dat dit een transcendentale verandering teweegbrengt van het zelf dat zichtbaar is in materiele zaken, fysieke modificaties en habitus in de vorm van een cognitief-lichamelijke oriëntatie.[25] In de aardedans is het lichaam als materieel object getransformeerd doordat het bedekt is met aarde en een knot draden in de mond heeft. Het betekenisveld is daarmee nauw verwant aan het chtonische. De habitus geeft het sociale proces van het lichaam als subject aan waarin de lichamen de gedisciplineerde bewegingen uitvoeren: het lichaam weet wanneer elke handeling plaatsvindt. Uit de casus is de sociale doorwerking van het ritueel op de subjecten echter onmogelijk na te gaan.

Volgens Mitchell worden ook voorwerpen als actor getransformeerd in een ritueel, bijvoorbeeld komo maskers die door vervaardiging, magie en performance hun macht verkrijgen. Hierbij wordt hout getransformeerd tot masker, en het masker tot een actor van macht, die ook de drager macht verschaft. Uitgaand van de semiologie krijgen materiele artefacten als deze in een performance betekenis door de relatie met personen en dingen, in plaats van door culturele betekenissystemen. Mitchell stelt dat als artefacten op het lichaam lijken ze de belichaming worden van dat wat het uitbeeldt. Zo impliceert een heiligenbeeld een dubbele transformatie: van hout tot beeld, en van beeld tot heilige.[26] In de casus komt de aarde overeen met zowel het voorbeeld van het masker, als het heiligenbeeld. De aarde krijgt macht in combinatie met de lichamen waarop het zich bevindt en daarmee worden aarde en lichaam één. Net zoals het masker verkrijgen de lichamen de macht die aan de aarde toegekend wordt, en dit wordt versterkt door de correspondentie met de maansverduistering. Ook hier is een transformatie zichtbaar: van aarde naar belichaming van de aarde—de aarde neemt de vorm van een mannen- en vrouwenlichaam aan—en naar immanentie van het goddelijke.

Tot slot heeft Mitchell het over getransformeerde ruimte, namelijk dat “through performance, space is transformed from the relatively neutral space of a lived environment to the symbolically and often politically charged space of performance.”[27] Profane ruimte wordt getransformeerd tot een plek voor de manifestatie van het sacrale.[28] De grot is getransformeerd tot een rituele ruimte waar de ‘Danse de la Terre’ kan plaatsvinden. Dit maakt de natuurlijke omgeving een ruimte voor ontmoeting met het transcendente. Met andere woorden, de aardedans transformeert lichamen tot levende aarde op het moment van de maansverduistering en deze eenwording van materie beneden en geest boven leidt tot gnosis wat het geheel transcendeert.

 

5.      Omvorming van betekenis van symbolen en ultieme betekenis

Paul Moyaert ziet een symbool als een kracht dragend en met kracht beladen voorwerp dat zowel een objectieve als een subject betekenis kan hebben. De objectieve betekenis is “de uitdrukking van wat er zich in uitdrukt,” ofwel de werkelijkheid die het symbool belichaamt, incarneert of waarnaar het verwijst. Het voorwerp geeft vanuit zichzelf zingevende kracht, en dit wordt er dus niet door een subject aan toegeschreven.[29] Doet een subject dat wel, dan is er sprake van een subjectieve betekenis waarin het symbool gebruikt wordt om ergens naar te verwijzen. Er is sprake van omvorming van het betekenisveld als een subject de intentie of richting waar het symbool naar verwijst verandert met als resultaat dat het symbool niet verwijst naar dat waarna men denkt dat het verwijst. Er wordt met het symbool dus iets anders bedoeld dan wat men denkt, of wat de objectieve betekenis is. Door deze verwarring gaat het symbool iets anders betekenen. Moyaert verklaart dat hoe sterker een symbool is geladen, des te objectiever de betekenis blijft, omdat dan minder subjectieve inbreng mogelijk is.[30] De belangrijkste symbolen omtrent de ‘Danse de la Terre’ zijn uitsluitend natuurlijke fenomenen; het vindt plaats in een grot, met aarde, tijdens een maansverduistering, en door lichamen. De objectieve betekenis van deze symbolen is dat ze naar zichzelf verwijzen. Subjectieve inbreng verandert deze betekenis echter. Vanuit een esoterische externe horizon gedacht bevindt de grot zich in de sfeer van het onderaardse, terwijl de maan zich in het bovenaardse bevindt—de onder- en bovenwereld die, zoals in de Hermetische uitspraak “zo boven, zo beneden,” bijeengebracht kunnen worden. De aarde is de tussenwereld, en tijdens de liminele fase van het ritueel vindt de eenwording of transmutatie plaats. De actoren van het ritueel zijn de met aarde bedekte lichamen die op het moment dat de macht van de aarde bewezen wordt door de maansverduistering dit ritualiseren door de aardedans.

Deze omvorming van objectieve naar subjectieve betekenis opent deuren naar het betekenisveld dat ontstaat door de interactie tussen het beeld en de toeschouwer. Om in de lichamen een vorm van spiritualiteit te ontdekken wenden we ons tot Schneider’s definitie. Bij spiritualiteit transcendeert men zichzelf in de richting van een persoonlijk in te vullen ‘uiteindelijke waarde.’ Dit is nauw verwant met wat Paul Tillich ‘ultimate concern’ noemt, namelijk “vragen die erop uitlopen op zoek te gaan naar zin in een perspectief van totaliteit.”[31] Ultieme waarde en betekenis, ofwel zingeving, zijn het antwoord op zinvragen. Het lichaam kan hieraan bijdragen door handelingen in een breder perspectief te plaatsen waardoor de handelingssituatie overstegen wordt. Het transcendeert het hier-en-nu en impliceert een allesomvattende horizon die ultieme betekenis aan het leven als geheel geeft. Dit maakt het lichaam een vorm van spiritualiteit.[32]

 

Conclusie

Welnu: op welke manier is er in de ‘Danse de la Terre’ sprake van zelftranscendentie richting ultieme waarde? De ultieme waarde of zin van het leven binnen een esoterisch wereldbeeld is de ervaring van transmutatie dat tot gnosis leidt. Transformatie en transmutatie vinden plaats door eenwording van beneden en boven, vrouw en man, materie en geest, dood en leven. De intermediair tussen de uitersten zijn de twee handelende lichamen die zowel het chtonische (aarde) als apollinische (geordende bewegingen) belichamen. De handelingssituatie wordt overstegen doordat de handelingen in het perspectief van uitersten wordt geplaatst die door de handelingen verenigd worden. Het ‘ultimate concern’ is dus het bereiken van gnosis door de transmutatie van uitersten tot eenwording middels de rituele aardedans van de handelende lichamen. Deze gnosis is het hoogste doel en overstijgt alle andere kennis of wijsheid. Het transcendeert het leven als geheel en daarom is dit de ultieme betekenishorizon die als vorm van spiritualiteit in de lichamen van de aardedans tot uiting komt.

 

Bibliografie

Baudrillard, J. “Vom Zeremoniellen zum Geklonten Körper: Der Einbruch des Obszönen.” In

Die Wiederkehr der Körper, edited by D. Kamper & C. Wulff, 350-363. Frankfurt a/M: Suhrkamp, 1982.

Hanegraaff, W.J. New Age Religion and Western Culture. Esotericism in the Mirror of Secular Thought.

New York: State University of New York Press, 1998.

Hoogen, T. van den. “Een Nieuw Levensgevoel.” In Ernstige Lichtzinnigheid. Een Theologisch Essay

over Hedendaagse Cultuur als Idioom van Taal van God, edited by T. van den Hoogen, 54-112. Baarn: Gooi en Sticht, 1998.

——    “Human Bodies. Forms of Spirituality.” In Seeing the Seeker. Explorations in the

Discipline of Spirituality, edited by H. Blommestijn, C. Caspers, R. Hofman, G. Mertens, P. Nissen & P. Welzen, 77-88. Leuven: Peeters, 2008.

Hoogen, T. van den & E. Hijmans. “Kwalitatief Onderzoek naar Hedendaagse

Zingevingspraktijken.” In Van Grenservaring tot Routine, edited by E. Hijmans & T. van den Hoogen, 9-21. Maastricht: Shaker, 2002.

Laedydy. “Rosa Crux – Omnes (clip).” YouTubehttp://www.youtube.com/watch?v=cckdk3KnTXM,

accessed 30 May 2012.

Mitchell, J.P. “Performance.” In Handbook of Material Culture, edited by C. Tilley, W. Keane, S.

Kuechler, M. Rowlands & P. Spyer, 384-401. London: Sage Publications, 2006.

Moyaert, P. De Mateloosheid van het Christendom. Over Naastenliefde, Betekenisincarnatie en Mystieke

Liefde. Nijmegen: Sun, 1998.

Partridge, C. The Re-Enchantment of the West. Alternative Spiritualities, Sacralization, Popular Culture and

Occulture, volume 1. London: T&T Clark, 2004.

Rosa Crux. Interviewshttp://www.rosacrux.org/interviews/elegy24.html, accessed 30 May 2012.

——    IN TENEBRIS. Rosa Crvx Production, 2002, compact disc + multimedia track.

——    “OMNES QVI DESCENDVNT.” IN TENEBRIS. Rosa Crvx Production, 2002,

compact disc + multimedia track.

RosaCruxTV. “Rosa Crux Performances/Danse de la Terre.” YouTube.

http://www.youtube.com/watch?v=qYUij7jHcHo, accessed 30 May 2012.

Schneider, S. “The Study of Christian Spirituality. Contours and Dynamics of a Discipline.” Studies in

Spirituality 8 (1998): 38-57.

 

Afbeelding © Rosa†Crvx, http://www.rosacrux.org/rosa/


[1] Rosa Crux, “OMNES QVI DESCENDVNT,” IN TENEBRIS (Rosa Crvx Production, 2002, compact disc + multimedia track); Laedydy, “Rosa Crux – Omnes (clip),” YouTubehttp://www.youtube.com/watch?v=cckdk3KnTXM (accessed 30 May 2012); RosaCruxTV, “Rosa Crux Performances/Danse de la Terre,” YouTubehttp://www.youtube.com/watch?v=qYUij7jHcHo (accessed 30 May 2012).

[2] T. van den Hoogen, “Human Bodies. Forms of Spirituality,” in Seeing the Seeker. Explorations in the Discipline of Spirituality (eds. H. Blommestijn, C. Caspers, R. Hofman, G. Mertens, P. Nissen & P. Welzen; Leuven: Peeters, 2008), 79, 80.

[3] S. Schneider, “The Study of Christian Spirituality. Contours and Dynamics of a Discipline,” Studies in Spirituality 8 (1998): 39, 40.

[4] van den Hoogen, “Human Bodies. Forms of Spirituality,” 82.

[5] Rosa Crux, “OMNES QVI DESCENDVNT.”

[6] Rosa Crux, Interviews (http://www.rosacrux.org/interviews/elegy24.html, accessed 30 May 2012).

[7] T. van den Hoogen & E. Hijmans, “Kwalitatief Onderzoek naar Hedendaagse Zingevingspraktijken,” in Van Grenservaring tot Routine (eds. E. Hijmans & T. van den Hoogen; Maastricht: Shaker, 2002), 13-16.

[8] van den Hoogen, “Human Bodies. Forms of Spirituality,” 77, 78, 81; van den Hoogen & Hijmans, “Kwalitatief Onderzoek naar Hedendaagse Zingevingspraktijken,” 13-16.

[9] W.J. Hanegraaff, New Age Religion and Western Culture. Esotericism in the Mirror of Secular Thought (New York: State University of New York Press, 1998), 422, 423.

[10] Hanegraaff en Partridge verschillen van mening over de verhouding tussen het hedendaagse seculiere en esoterische/occulte milieu, echter ligt het buiten het bereik van dit essay om hier verder op in te gaan.

[11] Hanegraaff, New Age Religion and Western Culture, 365-410; C. Partridge, The Re-Enchantment of the West. Alternative Spiritualities, Sacralization, Popular Culture and Occulture, volume 1 (London: T&T Clark, 2004), 38-44, 68, 84.

[12] van den Hoogen, “Human Bodies. Forms of Spirituality,” 81.

[13] Rosa Crux, Interviews.

[14] Hanegraaff, New Age Religion and Western Culture, 393, 394, 397-400, 427.

[15] J. Baudrillard, “Vom Zeremoniellen zum Geklonten Körper: Der Einbruch des Obszönen,” in Die Wiederkehr der Körper. (eds. D. Kamper & C. Wulff; Frankfurt a/M: Suhrkamp, 1982), 350; T. van den Hoogen, “Een Nieuw Levensgevoel,” in Ernstige Lichtzinnigheid. Een Theologisch Essay over Hedendaagse Cultuur als Idioom van Taal van God (ed. T. van den Hoogen; Baarn: Gooi en Sticht, 1998).

[16] van den Hoogen, “Een Nieuw Levensgevoel.”; van den Hoogen, “Human Bodies. Forms of Spirituality,” 83-85.

[17] Baudrillard, “Vom Zeremoniellen zum Geklonten Körper: Der Einbruch des Obszönen,” 351, 353, 354; van den Hoogen, “Een Nieuw Levensgevoel.”; van den Hoogen, “Human Bodies. Forms of Spirituality,” 83-86.

[18] “allen die afdalen, zij geprezen” (eigen vertaling).

[19] van den Hoogen, “Een Nieuw Levensgevoel,” 65, 66.

[20] Rosa Crux, Interviews.

[21] “niet dood, maar in slaap” (eigen vertaling).

[22] J.P. Mitchell, “Performance,” in Handbook of Material Culture (eds. C. Tilley, W. Keane, S. Kuechler, M. Rowlands & P. Spyer; London: Sage Publications, 2006), 384-401.

[23] Mitchell, ibid., 384, 385, 399.

[24] Mitchell, ibid., 386.

[25] Mitchell, ibid., 384-388, 390, 399.

[26] Mitchell, ibid., 385, 391-393, 396, 398.

[27] Mitchell, ibid., 393.

[28] Mitchell, ibid., 393, 396.

[29] P. Moyaert, De Mateloosheid van het Christendom. Over Naastenliefde, Betekenisincarnatie en Mystieke Liefde (Nijmegen: Sun, 1998), 125-127.

[30] Moyaert, ibid., 128-130.

[31] van den Hoogen, “Een Nieuw Levensgevoel.”

[32] van den Hoogen, “Een Nieuw Levensgevoel.”; van den Hoogen & Hijmans, “Kwalitatief Onderzoek naar Hedendaagse Zingevingspraktijken,” 13-16.

Read Full Post »

Older Posts »